TNO beschikt over een kamer waar geluid op natuurlijke manier kan worden versterkt. De Galmkamer is zo ingericht, dat er overal een groot diffuus geluidsveld ontstaat. Dit doen ze door veel schuine vormen in deze ruimte te gebruiken, door al deze schuine vormen blijft het geluid overal heen en weer kaatsen. En duurt het heel lang voordat het weg valt. In deze galm kamer worden harde materialen gebruikt, die dus weinig tot geen absorptie uitoefenen op de geluidsgolven. Ze hebben één Galmkamer apart en daarnaast nog vier die op elkaar staan en tegen elkaar. Dus twee hoog twee breed. Deze kamers gebruiken ze onder andere om de absorptiematerialen voor vloeren te testen. Ze gaan naar de bovenste kamer en laten daar een apparaat trillen dat gelijk is aan iemand die met hakken loopt. En dan meten ze in de onderste kamer de resultaten daarvan. In de enkele kamer doen ze metingen naar absorptie van bepaalde stoffen. Ze leggen dan verbanden met de galmtijd. Galmtijd is de tijd dat je de geluidsgolf nog hoort als de geluidsbron geen geluidsgolven meer afgeeft.